Is mijn hond dominant?

hond-op-bankHet antwoord hierop zou waarschijnlijk ‘ja’ zijn als je de verouderde ideeën over dominant gedrag zou hanteren. Deze dominantietheorie is al jaren achterhaald, maar wordt helaas nog steeds gebruikt. Dit komt de relatie tussen ons en onze hond niet ten goede.

Hoogste in de roedel
Volgens de dominantietheorie zouden honden net als wolven continu strijden om de hoogste positie in een roedel. Verzet zou door de alfa wolf keihard worden afgestraft. Daarom zou je als mens continue moeten benadrukken dat je de hoogste in de roedel bent om te voorkomen dat de hond de leiding neemt. Aan de hand van deze theorie kwam men met een aantal regeltjes die een hondeneigenaar moest hanteren om zijn leiderschap te benadrukken.

De bekendste zijn;

  • De ranghogere eet als eerste
  • De ranghogere mag nooit op initiatieven (spelen/knuffelen) van de hond ingaan
  • De ranghogere gaat als eerste door een deur of nauwe doorgang
  • De ranghogere bepaalt de richting tijdens de wandeling en laat de hond nooit trekken en voorop lopen
  • De ranghogere wint altijd een trekspel
  • De ranghogere laat de hond niet op bed of de bank, want de alfa heeft de beste plek
  • De ranghogere verlaagt zich letterlijk nooit lager dan de hond
  • De ranghogere stapt nooit over de hond heen, de hond moet aan de kant gaan

Bovenstaande regels zijn allemaal doelloos en vaak schadelijk voor onze relatie met de hond. Als een hond zich niet aan bovenstaande regeltjes hield, werd er veelal gebruikt gemaakt van fysieke correcties om de alfa positie te benadrukken waarbij de hond bijvoorbeeld in zijn nekvel wordt gepakt of op de rug geduwd.

Oorsprong dominantietheorie
wolfDe dominantietheorie en de term ‘alfa’ vinden hun oorsprong in een onderzoek uit de jaren ’30 en ’40 gedaan door Rudolph Schenkel naar het gedrag van wolven. Omdat er aangenomen werd dat wolven in de winter bij elkaar kwamen om samen te jagen, werden er een aantal onverwante wolven bij elkaar gezet in de dierentuin van Basel. De wolven zaten in een kleine ruimte en hadden beperkt voedsel. Dit zorgde voor veel onrust in de groep en een continue strijd om de macht. Wolvenonderzoeker L. David Mech kwam in de jaren ’60 met zijn boek ‘The Wolf: Ecology and Behavior of an Endangered Species’ en gebruikte hierin ook het onderzoek van Schenkel en de term ‘alfa’. De dominantietheorie kwam voort uit dit boek en werd vele jaren gehanteerd door hondentrainers en gedragstherapeuten.

Mech zat niet stil en deed jarenlang opnieuw onderzoek naar wolven in het wild. Hij kwam tot de conclusie dat vorige onderzoeken er totaal naast zaten en dat de term ‘alfa’ die hij zelf populair had gemaakt niet juist is. Een wolvenroedel bleek vergelijkbaar met een familie; de vader en moeder wolf en hun bloedverwanten. De leiding werd niet behaald door te vechten en domineren maar gewoon door pups te krijgen. Uit andere onderzoeken wordt duidelijk dat een hond niet 100% gelijk is aan een wolf. Honden zijn in staat om samen te werken met de mens, iets wat een wolf niet kan.

Een nieuwe kijk op hondengedrag
Ondanks dat we al flink wat jaren weten dat wolven- en hondengedrag heel anders in elkaar steekt dan we vroeger dachten, zijn de dominantieregels bij veel mensen blijven hangen. Nog steeds heerst er een angst dat onze huishonden er op uit zijn om ons te domineren. Als we een hond opvoeden, is het erg belangrijk dat als eerste de dominantietheorie overboord gegooid wordt. Dit zorgt alleen maar voor veel stress, onzekerheid, angst en een verslechterde band tussen eigenaar en hond. Wanneer je niet meer naar je hond kijkt als een wolf die er op uit is om de macht over te nemen, maar als een hond die sturing en begeleiding nodig heeft dan wordt de omgang met elkaar direct een stuk fijner.

hond-bankGedrag wat we eerst als dominant bestempelden, is heel simpel te verklaren. Een hond wil op de bank omdat het een lekkere ligplaats is. Een hond wil spelen of knuffelen omdat dit leuk en fijn is. Een hond trekt aan de lijn omdat hij graag ergens heen wil en omdat hij niet heeft geleerd om normaal mee te lopen. Wie er als eerste eet of door de deur gaat, zegt niets over een rangpositie. De dominantieregels loslaten, betekent uiteraard niet dat alles mag. Misschien wil je dat je bank niet vies wordt en dan zou je als regel kunnen instellen dat de hond er niet op mag. Of alleen als je toestemming geeft, of als er een kleed op de bank ligt. Misschien wil je als eerste naar buiten om te kijken of er buiten geen andere hond loopt.

Bestaat dominantie dan helemaal niet?
Veel ongewenst gedrag wordt ten onrechte met dominantie bestempeld. Dominant zijn is geen karaktereigenschap, het zegt iets over de relatie tussen twee honden die elkaar regelmatig zien (zoals twee honden die in een huishouden leven). Bij honden die met elkaar leven, is de rangorde bepaald en is het ook niet nodig om dit continu te benadrukken.

Uit recent onderzoek door de Universiteit van Wageningen en Utrecht, blijkt dat de rangorde in een groep honden niet gebaseerd is op agressie maar op onderdanigheid. De hoogste in de roedel behaalt of benadrukt zijn positie niet door onderdrukking of agressie.

Gedrag zoals een poot op de andere hond leggen, agressie, rijden, blaffen, opspringen en grommen wordt zowel door de hogere als lagere vertoond en zegt dus niets over de rangorde. Het enige waaruit je de rangorde kunt afleiden zijn de signalen die de ranglageren laten zien aan de ranghogere waaronder houdingsverlaging, brede lage kwispel, onder de kop doorlopen en bek aflikken van de hogere.

Conclusie
Leer je hond aan wat je van hem wilt, niet door te domineren, corrigeren en commanderen, maar door te communiceren. Stel duidelijke regels op waarbij je gewenst gedrag beloont en ongewenst gedrag gaat doorbreken of voorkomen. Pijn, intimidatie of het laten schrikken van je hond is daarbij niet nodig. Wees geen dictator, maar vergelijk jezelf met een leraar, coach of ouder. Het loslaten van de dominantietheorie zal zorgen voor een betere band met je hond.