Zet jij al omgevingsbeloningen in?

Zelfs bij de lekkerste voerbeloningen kan het gebeuren dat je hond totaal geen oog voor je heeft. Als die andere hond of dat geurtje in het gras veel belangrijker is kan dit heel frustrerend zijn!

Wat is een omgevingsbeloning?

Hier kan het inzetten van omgevingsbeloningen een uitkomst zijn en ik zal je uitleggen wat dit is en hoe je het gebruikt. Een beloning is alleen een beloning als het iets is wat je hond op dat moment graag wil hebben. Het kan zijn dat een heerlijk stukje kip geen indruk maakt op je reu, omdat hij een plasje van een loops teefje ruikt, terwijl dat zelfde stukje kip op andere momenten wel weer interessant is. In dit geval is dit hondenplasje een veel grotere beloning dan de kip. Je kunt je hond echter ook belonen met deze factoren in je omgeving. Nu denk je waarschijnlijk “Hoe beloon ik mijn hond met urine?” Gelukkig betekent dat niet dat je voortaan je beloningszakje hiermee gaat vullen 🙂

Voorbeeld inzetten omgevingsbeloning

Om bij bovenstaand voorbeeld te blijven. Stel je hond trekt naar een geur of plasje van een andere hond. Je wil je hond leren om niet te trekken, maar je voerbeloning blijkt niet interessant genoeg. Je kunt dan belonen met het mogen ruiken aan dit plasje. Maar eerst moet je hond gewenst gedrag vertonen. Bijvoorbeeld een stukje wandelen zonder trekken of oogcontact maken of misschien wel een andere oefening. Je hond laat dan eerst gedrag zien waar jij blij van wordt en krijgt daarna de kans om iets te doen waar hij blij van wordt. Maak het niet direct te moeilijk voor je hond. In kleine stapjes kun je toewerken naar het gewenste gedrag en op een grotere afstand van een afleiding zal makkelijker te doen zijn voor je hond dan bijna met zijn neus er bovenop.

Stel je hebt een hond die gek op water is en als een dolle trekt naar elke waterplas. Je kunt hem dan leren om eerst gewenst gedrag te laten zien en daarna te belonen door in de waterplas te mogen plonsen. Dit kun je ook gebruiken indien je hond naar een andere persoon of hond toe zou willen.

Op die manier kunnen we alles gebruiken in de omgeving als omgevingsbeloning. Je hond zal leren dat het belonend is om dingen voor jou te doen, omdat daar tegenover staat dat zijn gedrag hem ook wat oplevert.

Je kunt niet altijd belonen met wat je hond zou willen

Uiteraard zijn er ook situaties waarin je hond iets niet mag. Ruiken aan een boterham op straat, in een waterplas springen terwijl je de woonkamer net netjes hebt of achter een eend aanrennen. In deze situaties kunnen we niet belonen met de omgevingsbeloning. Maar omdat je hond heeft geleerd dat samenwerken belonend kàn zijn, is de kans groot dat je meer contact en minder tegenwerking hebt als voorheen, waardoor het makkelijker is om een alternatief aan te bieden of simpelweg verder te lopen.

Gebruik maken van omgevingsbeloningen betekent overigens niet dat je nooit meer met voer meer hoeft te belonen. Je kunt daar in afwisselen.